Al heel vaak is geprobeerd om onze Nederlandse frituurspecialiteiten te bombarderen tot exportproducten. De mislukkingen zijn talrijk. Nederlandse krokettenfabrieken in de VS leidden vaak een kort bestaan. Zelfs de vaderlandse McKroket slaagde niet in Amerika. Alle pogingen bleven eigenlijk beperkt tot vaderlandse snackbars aan de Spaanse costa’s en in wintersportplaatsen. Maar die richten zich vooral op Nederlandse vakantiegangers. Toch worden de laatste jaren mondjesmaat wat meer successen geboekt over onze landsgrenzen.
Om te beginnen in België. Heel lang strandden pogingen van Nederlands snackmakers om er voet aan de grond te krijgen. De laatste jaren zien we onze frikandellen, kroketten en soms ook andere snacks steeds vaker liggen in Vlaamse vitrines. Duitsland lijkt ook bevattelijk voor onze frituur. Zo kopen veel Duitsers bij grenssupermarkten onze diepvriesfrikandellen. Na een mislukte poging van Snackpoint, beproeft nu Bram’s Gourmet zijn succes in Duitsland. Daarnaast raakte de afgelopen jaren Italië verslingerd aan onze Nederlandse friet en onze frietspeciaalzaken.
Maar ook veel verder weg wordt een typisch Nederlandse (Rotterdamse) snackspecialiteit omarmd. De Kapsalon, het calorierijke gerecht dat ontstond uit een synthese tussen shoarma/döner en friet. Volgens de media is de Kapsalon een hit in Kathmandu, de hoofdstad van Nepal. De Kapsalon kwam in Kathmandu terecht dankzij een Nepalese kok die inspiratie zocht in ons land. De Kapsalon wordt daar niet, zoals hier, geserveerd in bakjes van aluminium, maar op borden van porselein. Jazeker, Nepal weet onze klassieker uit 2006 te waarderen.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine Frituurwereld nummer 7 – Voorjaar 2018