Formulehuis FFC vierde alsnog zijn 25-jarig bestaan. Het feest moest eind 2019 door ziekte en daarna corona worden uitgesteld. FFC’s grootste merk Kwalitaria is inmiddels dichtbij een recordaantal vestigingen.
door Ubel Zuiderveld
Tijdens het jubileumfeest zette FFC zes franchisenemers in de schijnwerpers: ze zijn al een kwart eeuw bij Kwalitaria/FFC aangesloten.
FFC (oorspronkelijk Fast Food Concepts, nu Food Franchise Company) ontstond een kwart eeuw geleden uit de horecagroothandel en frietfabriek van de familie Stroes.
Kwalitaria
Nadat FFC eerst andere cafetariamerken had (waaronder Smulwereld, Tot Uw Dienst en Vork), concentreert het formulehuis zich op Kwalitaria sinds de overname van dit merk in 2014. De groothandel van Stroes (nadien Gastronoom en Deli XL) was overigens al sinds 2003 hofleverancier van Kwalitaria.
De eerste 56 Kwalitaria’s openden in 1990 onder paraplu van de Stichting Erkende Cafetaria’s. Bedoeling was te komen tot een een officiële landelijke erkenningsregeling van ‘betere cafetaria’s’, maar daarvan kwam het niet. Het aantal Kwalitaria’s kende in de loop van de tijd een grillig verloop: 120 in 1999, 45 in 2003. Na de overname door FFC in 2014 herpakte Kwalitaria zich. De laatste jaren is bovendien sprake van co-branding met broodjesconcept Délifrance.
Formules in kleine markt
FFC gaf in zijn jubileummagazine – eind 2019 al verschenen – een prognose af van 250 vestigingen in 2025. Momenteel beweegt het aantal zich tussen de 130 en 140. Sinds de overname door FFC is sprake van stabiele groei richting een recordaantal Kwalitaria’s. Net als Kwalitaria, groeien de cafetariaformules in ons land echter maar mondjesmaat. Circa 950 cafetaria’s, snackbars en frituren in ons land zijn aangesloten bij ruim twintig franchisemerken, via zowel softe als harde contracten. Dit betekent dat de strijd om franchisenemers en locaties in de relatief kleine markt enorm is.
Kwalitaria versus Febo
Tussen de formules wordt gestreden om elke vestigingsplek en elk verzorgingsgebied. Zo troffen eerder dit jaar Kwalitaria en Febo elkaar in de rechtbank Amsterdam. Inzet was een nieuwe vestiging van Febo in winkelcentrum Diemerplein, waar reeds een Kwalitaria was neergestreken. Kwalitaria vond dat de vastgoedbeheerder geen winkelruimte aan Febo had mogen verhuren. De kantonrechter stelde dat de verhuurder wèl met Febo in zee mocht gaan en stelde Kwalitaria in het ongelijk. Hoewel de rechter oordeelde dat ‘in zekere mate sprake is van concurrentie’ verwees hij naar het huurcontract. Daarin was geen concurrentiebeding opgenomen. Bovendien zei hij dat sprake was van een normaal ondernemersrisico.