In het gezondheidsdebat liggen cafetaria’s, snackbars en andere frituurbedrijven steeds vaker onder vuur. Vakvereniging ProFri komt daartegen in het verweer en zoekt ondernemers die als ambassadeurs op willen komen voor hun branche. Syl Lammers van ’t Pakhuis in Ede pakt die handschoen met volle overtuiging op.
Directeur Stannie Driessen van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) nam op 1 november het frietmanifest van ProFri in ontvangst tijdens de jaarlijkse ledenvergadering van de vakvereniging. Hierin staat dat cafetaria’s, snackbars en frituurzaken niet de oorzaak zijn van de gezondheidsachterstand in Nederland. Met dit manifest geeft de vereniging tegenwicht aan het pleidooi om nieuwe snackbars te weren in gemeenten. De hoofdboodschap: ongezond voedsel bestaat niet, wel een ongezonde leefstijl. Cafetaria’s, snackbars en andere frituurbedrijven kunnen niet de oorzaak zijn, want ze produceren slechts 0,5 procent van alle kilocalorieën in Nederland.
Belang van ambassadeurs
De vakvereniging is zelf volop in het nieuws geweest met het manifest, maar merkt dat journalisten graag in contact komen met ondernemers. Dat sluit aan bij de rol van ProFri-leden zoals de vereniging die voor ogen heeft: individuele ondernemers als ambassadeurs voor de gehele branche. Dat kan met het Goed Gefrituurd Keurmerk, dat de basis wordt van het lidmaatschap. Ook de media te woord staan, kan een onderdeel zijn.
Radio en televisie
Syl Lammers van ’t Pakhuis Horeca & Catering service heeft in de week na de overhandiging van het frietmanifest drie media-optredens gedaan. Een cameraploeg van EditieNL kwam filmen en hij werd geïnterviewd bij Qmusic en Jinx Radio.
Beluister het interview van Syl Lammers bij Qmusic
RVS eens met ProFri
Overigens erkende RVS-directeur Stannie Driessen tijdens de overhandiging van het frietmanifest dat de focus in het maatschappelijke debat niet alleen op de frituurbranche mag liggen. “We moeten inderdaad niet eenzijdig één sector benoemen. Het gaat onder meer ook om de supermarkten, de Unilevers, de frisdrankindustrie, schoolkantines, bedrijfsrestaurants en tankstations.”