Voor het verhaal in deze Frituurwereld over het eerste lustrum van ProFri doken we in de historie. We neusden in oude gedigitaliseerde krantenarchieven. Je komt dan zoveel tegen dat je er een boek over kunt schrijven.
Zoals een voorval in de lokale politiek van Breda in 1939. Het gaat over Gerrit Leeman, “ijscoman en des winters patates-frites-bakker”. Leeman stelde zich bij de raadsverkiezingen kandidaat via een zogenaamde “wilde lijst”. Tot verrassing van velen kreeg hij precies duizend stemmen, voldoende voor een zetel in de Bredase raad. Echter, Leemans ijscokraam en (in de winter dus) zijn “patates-frites-stalletje” stonden op gemeentelijke grond. Hij was dus pachter van de gemeente.
Het hebben van commerciële banden met de gemeente was voor zittende raadsleden destijds verboden (artikel 26 in de Kieswet). Nu was Leeman nog geen raadslid, maar hij zou het wegens het grote aantal stemmen dus wel worden. De curieuze situatie was dus: indien hij benoemd werd, zou Leeman weer onmiddellijk geschorst moeten worden. Althans dit stelden enkele collega-raadsleden van Leeman. Een speciale commissie boog zich over de kwestie. Oordeel: Leeman mocht gewoon raadslid worden. De bijgaande foto (fotograaf onbekend) is niet Leemans frietkot, maar die zal er destijds vast ongeveer zo hebben uitgezien.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine Frituurwereld nummer 5 – Najaar 2017