Wat is er mooier dan lucht verkopen? Maar als je het doet, moet je het goed doen. Van smerige lucht kunnen mensen ziek worden. Het imago van het luchtige softijsje staat in ons land nog altijd op de tocht. Dat je het imago élke dag opnieuw serieus moet nemen en kundigheid van ervaren medewerkers een vereiste is om softijs populair te houden, kun je bij onze zuiderburen zien.
Frisie | de frituurvisie van Ubel Zuiderveld *
Zo’n dertig jaar schrijf ik nu over de frituurbranche. Al ontelbare keren ben ik geconfronteerd met alarmerende persberichten en waarschuwingen van de Keuringsdienst van Waren en zijn opvolgers alsmede gespecialiseerde hygiënebureaus en leveranciers.
“Let op uw zaak!”
Softijsverkopers let op uw zaak! Dat was, en is dus ook in 2021 nog altijd, steevast de dringende en dwingende aanbeveling. Hoewel er een periode was dat het wat beter leek te gaan, schreef ik voor verschillende vakbladen doorgaans elke keer steevast weer: “Er schort veel aan de kwaliteit van softijs.”
“Doe het zèlf!”
Kijk, het schoonmaken en desinfecteren van ijsmachines is geen leuk karweitje. Veel ondernemers – de goeden niet te na gesproken natuurlijk – laten dit dus graag over aan één van hun medewerkers. Maar dat kán niet, tenminste niet als ze niet heel ervaren zijn in deze klus en goed doordrongen zijn van het belang van persoonlijke hygiëne als het om softijs gaat.
Houwers Groep legde de vinger weer eens op de zere plek. Ruim vier van de tien monsters van softijsmixen wijken af van de wettelijke normen. Dat percentage móet omlaag. Gebeurt dit niet, dan komt de verkoop van softijs vroeg of laat absoluut onder druk te staan.
“9000 tegen 200 verkooppunten”
Ons land telt naar schatting 9000 verkooppunten van softijs. Bij onze zuiderburen zijn dit er maar enkele honderden meer. Leverancier Carpigiani Benelux liet twee jaar geleden dit weten: “Het aantal softijsmachines is in België in twintig jaar tijd gedaald van 1200 naar 200.”
“Een belabberd imago”
Hoe dat komt? De oorzaak is een belabberd imago, dat Belgische softijsverkopers al heel lang als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt. Al in de jaren ’70, de beginjaren van softijs, werd het blazoen bij onze zuiderburen besmeurd door enkele schandalen. Korter geleden, in de jaren ’90, liepen opnieuw de nodige Belgen bacteriële infecties op. Ze werden ziek door softijs te eten uit machines die in de brandende zon in slagorde stonden opgesteld en waarnaar nauwelijks werd omgekeken.
Ondanks allerlei innovatieve en zelf-pasteuriserende machines, blijft het softijsverleden België parten spelen. Het lijkt er niet op dat het nog ooit goed komt tussen de Belgische consument en het luchtige ijsje. Dus, softijsverkopers van Nederland: als je in ons land lekkere lucht wilt blijven verkopen, zorg dan voor schone lucht!
* Ubel Zuiderveld is redacteur van Frituurwereld. Hij volgt sinds 1991 de horeca en foodservice als vakjournalist op de voet. Zuiderveld publiceert boeken over de sector en was hoofdredacteur van verschillende vakbladen.