“Waarom wordt alle voeding per gewicht verkocht, behalve een pak friet?” De vraag of een portie friet niet eigenlijk zou moeten worden afgewogen, leidde in het Vlaamse dagblad Het Nieuwsblad onlangs tot een discussie.
Bernard Lefèvre van brancheorganisatie Navefri, het Nationaal Verbond van Frituristen, moet er niet aan denken om friet af te gaan wegen, zegt hij in Het Nieuwsblad.
Lefèvre herinnert zich een ontmoeting met Nederlandse frietcollega’s jaren geleden tijdens de BBB-beurs in Maastricht. Hij ziet nog levendig een Powerpoint-presentatie van zijn Nederlandse vakbroeders voor zich: “Dat ging over het portioneren van frieten en sauzen, over hoe je uit de inhoud van je vuilnisbak kon afleiden hoeveel er weggegooid werd. Veel dure woorden als efficiency en rentabiliteit.”
Wat hem betreft wordt in Vlaanderen nooit friet op gewicht verkocht. Levèfre zegt: “Het is en blijft commercie, natuurlijk, maar we zijn vrijgevige commerçanten. Wie liefheeft, telt niet. Een frituur is een gezellige plek waar het niet zo nauw steekt voor de porties. Deed het dat wel, dan was het een apotheek.”
In Nederland is het aantal frietverkopers dat zijn porties afweegt overigens altijd uitermate beperkt geweest. Het debat over het afwegen van friet is wel gevoerd, maar dat is lang geleden. De discussie werd ooit aangezwengeld door de destijds bekende Eindhovense frituurder Henk van Dam. Ruim twintig jaar lang woog hij de gezinszakken af op een weegschaal.
Het toenmalige vakblad Snackkoerier nam, eveneens lang geleden, de proef op de som. Het blad bestelde in één plaats bij verschillende snackbars voor hetzelfde bedrag een gezinszak friet. Na weging bleek: de lichtste gezinszak woog 770 gram, de zwaarste 1195 gram.