De cafetaria, snackbar en frituur moeten erkend worden als Nederlands Immaterieel Erfgoed. Hiervoor ijvert het Nederlands Frituurcentrum. De nominatietekst werd toegelicht tijdens de viering van het 5-jarig bestaan van vakvereniging ProFri.
Alleen gebruiken en rituelen kunnen officieel immaterieel erfgoed worden. In de erkenningstekst leggen de aanvragers dus de nadruk op het gebruik om frituurgerechten voor thuisconsumptie af te halen bij de cafetaria’s, snackbars en frituren in ons land. Indien de procedure succesvol wordt afgerond, is het de tweede erkenning die een link met frituren heeft. De traditie rond de Groningse frituurspecialiteit de eierbal is namelijk al immaterieel erfgoed.
Publicist Ubel Zuiderveld, opsteller van de tekst namens het Frituurcentrum, wees op een aantal aspecten die de vaderlandse frituurbranche uniek maken. “Het is om te beginnen het enige horecatype dat helemaal typisch Nederlands is. Feitelijk is de cafetaria een synthese tussen Zuid-Nederlandse frietzaken en Randstedelijke bakkerijen-kokerijen die vroeger warme kroketten verkochten. Dit leidde tot een assortiment dat wereldwijd uniek is. Bijbehorende fenomenen als de automatiek, vaste frietdagen in het zuiden, het gebruik van Nederlandse ovens en de spreekwoordelijke snackbar-op-de-hoek als afhaaladres zijn allemaal elementen die de Nederlandse snackbar volkomen erfgoed-fähig maken.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine Frituurwereld nummer 6 – Winter 2017-18